Kleine visjes

4 mei | Op de sluis met het glasaalonderzoek vangen we bij tijden gruwelijk veel klein spul. Een soort jonge haring, of wat er op lijkt, vangen we met de totebel, of kruisnetje. Dit gebeurt vooral ‘s nachts als we er een lichtbundel boven hangen. Het netje wat we elk uur ophalen is slechts Ă©Ă©n vierkante meter en zit dan bomvol met dit jonge spul.
Buiten dat we die jonge haring/sprotjes vangen zijn er ook vangstvlagen van glasgrondels en driedoornige stekelbaarsjes. Voor het glasaalonderzoek is al dat spul lastig, want je moet die kleine glasaaltjes er tussen vandaan zien te krijgen.
In de meivakantie varen ook de tocht ‘de Zee leeft’, dat doen we voor opstappers (mensen die individueel  kunnen inschrijven) en we laten alles zien wat de Waddenzee te bieden heeft.
De laatste vaarten vingen we ongelofelijk veel kleine scholletjes, of botjes, of wat het ook mag zijn. Ze zijn zo klein dat het moeilijk is om te zien wat het voor soort is.
Al met al zien we veel leven op het wad, er zal veel opgevreten worden door aalscholvers en zeehonden maar er zal gerust wel een zootje overblijven. Als ze dan ook nog een beetje in de buurt blijven komt er voor onze visserij een mooie tijd aan.
Naarmate we meer visserijen doen en met meer vissers uit andere havens en onderzoekers in contact komen, beseffen we dat we nog heel veel niet weten over het gebied waar we al 40 jaar vissen en werken. Wij zijn zoals ze dat tegenwoordig noemen: “ervaringsdeskundigen die weinig weten”. Deer benne er niet veul van.

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.