Noodlanding

17 mei | Vorige week wilden we blaasjeswier plukken wat op de stortstenen (basaltblokken) groeit onder de dijk. Op Wieringen noemen we het ook wel klappers, wier met op het eind een bolletje en als je er in knijpt ploft het. Dit gebruiken we voor de excursie, maar ook wel in mooie visgerechten en als garnering.
Het viel niet mee om mooi vers blaasjeswier te plukken. Hier bij de haven was het dor en oud spul wat ons zorgen baart, waarom staat er in zee mooi vers spul wat ontzettend lekker ruikt en in de omtrek van Den Oever niet? Zeg het maar! We besloten om even te kijken aan de noordkant van de losse dam. Dat legt in ieder geval niet recht in het spuiwater wat zoet is.
We voeren met het kleine bootje lang de oostkant van de dam waar we een nijlgans zagen met z’n kop bijna in het water. Vroeger dacht je meteen dat hij een sportvis haakje in z’n bek had en daarom vast zat, maar nu zijn er geen hengelaars meer dus die kans is klein. Heel langzaam voeren we om de kop van de dam en keken naar de nijlgans. Hij lag er precies hetzelfde bij als het vliegtuig uit Turkije dat gecrasht was twee jaar terug bij Schiphol. Zijn vleugels lagen er belabberd bij en een paar knikken in zijn nek vlak voor de kokpit, zou maar zêggen.
Dat we bijna de kop van de dam gerond hadden en voor de nijlgans uit het zicht waren ging hij staan, schudde alles een beetje op zijn plek en liep weg. Hij dacht (waarschijnlijk): best gaan – niks beurd.

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.